Vermogensbelasting, Vermogenswinstbelasting, Vermogensrendementsheffing?
In het debat over de invoering van een belasting op het vermogen, krijgt een vermogenswinstbelasting het meest gehoor. Maar wat wordt hiermee bedoeld? Om het vermogen te belasten zijn er ook de vermogensrendementsheffing en de vermogensbelasting. Wat zijn de verschillen?
Vermogenswinstbelasting
Het vermogen belasten of de inkomsten uit vermogen belasten, zijn twee verschillende dingen. Een vermogensbelasting is een belasting op het totale bezit, een vermogenswinstbelasting en een vermogensrendementsheffing belasten de inkomsten uit kapitaal. Een vermogensbelasting bestaat niet in België en een vermogensrendementsheffing ook niet. Maar de vermogenswinstbelasting bestaat al wel. Zo worden vandaag de interesten en de winstuitkeringen al belast aan een vast tarief en betalen we een onroerende voorheffing op het kadastraal inkomen van ons huis. Zij die vandaag pleiten voor een vermogenswinstbelasting willen dit uitbreiden naar de inkomsten die gehaald worden uit de ‘meerwaarden’ en uit de ‘werkelijke huurinkomsten’.
België is het enige land in de EU dat meerwaarden niet belast, en dit zowel voor particulieren als voor bedrijven. Die vrijstelling bestaat sinds het aanslagjaar 1992. Deze gunstmaatregel heeft de Belgische overheid al heel veel miljarden euro’s gekost. Hoe realiseert men meerwaarden? Als bijvoorbeeld een bedrijf winst realiseert op de verkoop van aandelen van een andere vennootschap, moet het op die meerwaarde geen vennootschapsbelasting betalen. Zo kennen we het actuele voorbeeld van Marc Coucke, die niet één euro belasting moest betalen op een meerwaarde van 1,24 miljard euro die hij boekte op de verkoop van zijn bedrijf aan het Amerikaanse Perrigo.
De Hoge Raad voor Financiën berekende dat als men de werkelijke huurinkomsten belast, in plaats van fictieve huurinkomsten op basis van een achterhaald kadastraal inkomen zoals nu, dit 283 miljoen euro meer zou opleveren. Wanneer men een veralgemeende heffing toepast van 25 procent op ‘alle’ inkomsten uit beleggingen, van zowel vastgoed als financieel, zou dit in totaal 5 miljard euro opbrengen.
Vermogensrendementsheffing
Dit idee is overgewaaid uit Nederland en werd daar ingevoerd in 2001. Om het vermogen te bepalen, moet je al het spaargeld, aandelen, obligaties, je tweede woning of woning die je verhuurt en alle overige bezittingen aangeven. De wetgever heeft vastgelegd dat daarop 4 procent rendement wordt gehaald. Hoe wordt nu de belasting berekend? Eerst wordt er een vrijstelling gegeven voor de eigen woning, maar ook bezittingen voor persoonlijk gebruik, zoals de auto en de inboedel, worden niet meegeteld bij het vermogen. Daarbij komt er nog een vermogensvrijstelling per persoon die verhoogd kan worden naargelang de gezinslast en krijgen belastingplichtigen van 65 jaar en ouder een beperkte ouderentoeslag op de vermogensvrijstelling. En uiteraard worden ook de schulden in mindering gebracht om het netto vermogen te bepalen.
Eens het netto vermogen is samengesteld, wordt de opbrengst uit dat vermogen berekend. Dat doet men in Nederland door het netto vermogen te vermenigvuldigen met vier procent. Zoals reeds hierboven is vermeld, wordt er verondersteld dat het netto vermogen jaarlijks een rendement oplevert van vier procent. Vervolgens belast men deze vier procent opbrengst aan dertig procent.
Een voorbeeld maakt het je duidelijk:
• Je hebt een netto vermogen van 100.000 euro.
• De opbrengst is:100.000 x 4% = 4000 euro.
• De vermogenswinstbelasting is: 4000 x 30% = 1200 euro.In Nederland is het mogelijk het netto vermogen samen te stellen, omdat de banken elk jaar verplicht zijn de vermogens die op de rekeningen staan door te geven aan de belastingdienst. Bovendien beschikt de Nederlandse belastingdienst over een integraal bestand van de onroerende goederen en de waarde ervan.
Een vermogensbelasting
Een vermogensbelasting wordt geheven op het totale vermogen. Het is al jaren een eis van het ACV. Een vermogensbelasting heeft vooral de bedoeling om enkel en alleen de grote vermogens een belasting te doen betalen. De ongelijkheid in ons land is zo onrechtvaardig dat een vermogensbelasting broodnodig is! Zo bezit het rijkste 1 procent van de bevolking een vermogen van 377,8 miljard euro. Dat is net iets meer dan waarover de 60 procent minst rijken samen beschikken. Alleen al de 25 rijkste Belgische families hadden in 2012 een gezamenlijk vermogen van 51,8 miljard euro.
Hoe werkt een vermogensbelasting?
De vermogensbelasting die het Financiële Actie Netwerk (FAN) voorstelt, en waarvan het ACV lid is, is een jaarlijks terugkerende belasting die alleen bedoeld is voor de allerrijksten: zij die over een vermogen beschikken van meer dan één miljoen euro. Om nu het vermogen te berekenen, tel je alles op van rijkdom zoals bijvoorbeeld gebouwen, terreinen, voertuigen, juwelen, kunstvoorwerpen, geld, aandelen, obligaties en trek je de schulden af. Wat overblijft, is het vermogen.
De vermogensbelasting die het FAN voorstelt, heeft drie aanslagvoeten: 1% op de schijf tussen 1 en 2 miljoen euro, 2% op de schijf tussen 2 en 3 miljoen euro en 3% op alles boven de 3 miljoen euro. De vermogensbelasting laat alle vermogens lager dan één miljoen euro ongemoeid. Bovendien wordt de woning die het gezin betrekt vrijgesteld voor een bedrag van 500.000 euro. Concreet betekent dit dat een eerste schijf van 1,5 miljoen euro niet wordt belast.
Als alleen de gezinnen met een vermogen groter dan 1,5 miljoen euro onder de vermogensbelasting vallen, dan komt slechts 3 procent van de bevolking in aanmerking. Dat zijn 138.000 gezinnen! Als de drie aanslagvoeten worden toegepast op deze gezinnen, kan de vermogensbelasting die het FAN voorstelt meer dan 8 miljard euro opbrengen.
Twee verschillende debatten
Het huidige debat over de vermogenswinstbelasting en die voorstellen als een ‘echte’ vermogensbelasting, brengt de burgers in verwarring. Het gaat hier over twee verschillende debatten. Er is van de ene kant het debat over de personenbelasting. Daarin stelt zich de vraag of het normaal is dat we vandaag de inkomsten uit kapitaal niet op de dezelfde manier belasten als het inkomen uit arbeid? Het antwoord op die vraag is: neen. Want als je ervan uitgaat dat de hoogste inkomens de zwaarste lasten moeten dragen, dien je alle inkomens samen te tellen, dus ook de inkomens uit kapitaal, en te belasten aan billijke barema’s die stijgen naargelang de hoogte van het inkomen. We hebben dit ooit gedaan! Tot 1983 werden de inkomsten uit kapitaal (interesten en dividenden) opgeteld bij de andere inkomsten (beroeps-, onroerende en diverse inkomsten) en dit totaal werd aan het progressief tarief van de personenbelasting onderworpen. Dit is nog steeds de ideale methode om alle inkomsten op een rechtvaardige manier te belasten.
Het andere debat gaat over de vraag of een belasting op de allergrootste, werkelijk buitenproportionele vermogens moet worden ingevoerd. Hier is het antwoord: ja. Want het verschil met de andere burgers is zo extreem geworden dat er geen rationele en ethische uitleg meer voor is.
Omdat rechtvaardige belastingen besparingen op de kap van gewone mensen overbodig maken.
Guido Deckers
Nationaal ACV-propagandist voor het thema rechtvaardige fiscaliteit.
Vermogensbelasting.
door
Tags: