Meer communicatie dan realiteit.

Meer communicatie dan realiteit.

De regering schermt met berekeningen waaruit moet blijken dat we ondanks de indexsprong toch aan koopkracht winnen. Goed geprobeerd, maar helaas meer communicatie dan realiteit. Deze selectieve en eenzijdige interpretatie van regeringsmaatregelen valt zelfs eerder te kwalificeren onder de noemer boerenbedrog. Ondertussen blijven grote vermogens wel buiten schot. Ondertussen blijft het grote onevenwicht in gevraagde inspanningen, hoe hard de regering ook haar best doet om dat te verhullen.

Niet alleen zijn de voorbeelden tendentieus gekozen, maar de regering rept met geen woord over de impact op langere termijn. Zo heeft een indexsprong bijvoorbeeld impact op de berekening van pensioenen.

Ook maatregelen die negatief inwerken op de koopkracht, zoals de verhoging van accijnzen en BTW, neemt men bewust niet op in de berekeningen. De verhoging van de forfaitaire aftrek voor beroepskosten (900 miljoen) is geen sociale correctie voor de indexsprong (2,6 miljard, alleen in de privésector). Deze fiscale ingreep is een compensatie voor de verhoging van accijnzen en BTW met 889 miljoen euro. Hoe hard de regering ook haar best doet, je kan een euro geen twee keer uitgeven. Wat de regering geeft met de ene hand, neemt ze dubbel terug met de andere.

Bovendien zien we ook geen simulaties voor wie een sociale uitkering of pensioen krijgt of voor wie werkt met een aanvullende sociale uitkering. Het enige budget voor een sociale correctie voor de indexsprong die het ACV terugvond in de begrotingsmaatregelen is een budget van 127 miljoen. Ver springt de regering daar niet mee. Alleen al om de indexsprong te compenseren voor de minimumuitkeringen is circa 312 miljoen nodig. En dan is er nog geen enkele correctie gebeurd voor de andere uitkeringen, die ook al geen vetpot zijn. Het ACV stelde bovendien vast dat de regering bovenop ook stevig bespaart in de welvaartsenveloppe. Die enveloppe, in het leven geroepen in 2005, moet de welvaartsachterstand, die de uitkeringen doorheen de jaren opliepen, beetje bij beetje repareren. En ze koppelen aan de verdere evolutie van de welvaart. Los van indexatie, die de uitkeringen voor de stijgende levensduurte moet corrigeren. Uit die schrapt de regering tweemaal 95 miljoen voor de gecommunautariseerde kinderbijslag. Met bovenop nog eens een extra besparing in 2018. In 2018 komt dat alles neer op 23% minder in de welvaartsenveloppe. Dit nog eens bovenop de indexsprong.

Bovendien worden de belastingverminderingen voor vervangingsinkomens 4 jaar lang niet meer geïndexeerd. Hierdoor betalen heel wat gepensioneerden, zieken, invaliden, werklozen ieder jaar een beetje meer belasting.
De vervangingsinkomens voor tijdelijke werklozen, oudere werklozen en onvrijwillig deeltijdsen met een inkomensgarantieuitkering gaan door besparingen sowieso al zwaar onder het mes. Zo verliezen onvrijwillig deeltijdse werknemers (die dus geen voltijds contract krijgen van hun werkgever) meer dan de helft van hun aanvullende uitkering, tot ver onder de Europese armoedenorm. Van de caissière in uw supermarkt tot de schoonmaakster bij u thuis. Zo verliezen oudere langdurig werklozen (die na ontslag geen bedrijfstoeslag van de werkgevers meekregen), hun anciënniteitstoeslag van de RVA. Maar eventjes tot 29% minder inkomen. Zo krijgen tijdelijk werklozen (dus op beslissing van de werkgever), voortaan maar een uitkering voor 65% van hun (begrensde) loon. Indexsprong inbegrepen is dit 9% verlies. Zo moeten jonge schoolverlaters zonder toereikend diploma bij werkloosheid tot hun 21 jaar wachten op een uitkering
En ook vele regionale maatregelen hebben stevig impact op de koopkracht. Heel wat facturen worden fors verhoogd. Elektriciteit, water, kinderopvang, inschrijvingsgeld voor hoger onderwijs, bus… Heel wat mensen moeten deze zwaar oplopende facturen betalen met een afnemende koopkracht.


Geplaatst

in

door

Tags: